EMU-saldo
Als gevolg van Europese regelgeving mogen EU-lidstaten een begrotingstekort (EMU-saldo) hebben van maximaal 3% van het bruto binnenlands product (BBP). Aan dit maximale tekort van 3% hebben, naast de Rijksoverheid, ook de decentrale overheden een aandeel. De EMU-systematiek werkt op een andere manier dan het (gemodificeerde) baten- en lastenstelsel dat de gemeenten hanteren. Investeringen tellen bijvoorbeeld niet mee in het stelsel van baten en lasten, daarbij wordt uitgegaan van de kapitaallasten van de investeringen. Investeringen in een jaar tellen echter wel volledig mee in het EMU-saldo. Bij een sluitende begroting kan een gemeente daardoor toch een negatief EMU-saldo hebben.
Het EMU-saldo van de gemeente Maassluis voor 2019 komt uit op € 35.000 negatief. Het betekent dat in EMU-termen de inkomsten en uitgaven nagenoeg gelijk zijn.
EMU saldo | Begroting 2019 | Rekening 2019 | |
---|---|---|---|
1 | Exploitatiesaldo voor toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) | -273 | 2.139 |
2 | Mutaties (im)materiële vaste activa | 5.542 | 3.683 |
3 | Mutatie voorzieningen | -298 | 200 |
4 | Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) | -4.315 | -1.309 |
5 | Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa | ||
Berekend EMU-saldo | -1.798 | -35 |